VoorleesExpress biedt unieke kijk achter de voordeur bij gezinnen met taalachterstand

Van 9 tot en met 15 september is het de Week van de Alfabetisering en wordt onder meer aandacht gevraagd voor het feit dat in Nederland 1 op de 10 kinderen de basisschool verlaat met onvoldoende taalbeheersing. Tegelijkertijd buigt de overheid zich over de beste aanpak van laaggeletterdheid. De VoorleesExpress verzamelt de komende maanden haar praktijkervaringen met ruim 30.000 gezinnen waar kinderen opgroeien met een taalachterstand. In een speciale uitgave die later dit jaar verschijnt, deelt Stichting VoorleesExpress de geleerde lessen.

Op dit moment buigen de Ministeries van OCW, SZW, VWS en BZK zich over de vervolgaanpak TelMeeMetTaal, het landelijke meerjarenprogramma voor de aanpak van laaggeletterdheid. Een van de speerpunten is dat we beter moeten aansluiten op de diversiteit binnen de doelgroep en meer oog moeten hebben voor de thuisomgeving waarin kinderen opgroeien. De VoorleesExpress zet zich in om kinderen die een taalachterstand hebben extra aandacht te geven. Gedurende 20 weken komt een vrijwilliger 1 uur per week thuis bij een gezin. Hun ouders worden actief betrokken zodat zij de taalontwikkeling van hun kind zelf ook kunnen ondersteunen. In het dertienjarig bestaan van de VoorleesExpress zijn de vrijwilligers al bij meer dan 30.000 gezinnen over de vloer gekomen. Ze kregen een uniek kijkje achter de voordeur bij gezinnen die vaak moeilijk bereikbaar zijn en weten dan ook geen ander hoe de complexe praktijk vaak schuurt met de theorie.

Contact en aandacht
De VoorleesExpress wil graag inzicht geven in de lessen die medewerkers, vrijwilligers en de stichting geleerd hebben. Dit najaar verschijnt een speciale uitgave met verhalen van vrijwilligers die na jaren terugkeren naar het voorleesgezin. Ook zijn er verhalen bij van vrijwilligers die ‘hun’ gezin ook na het voorleestraject nog altijd regelmatig opzoeken. Al deze vrijwilligers weten dat – hoe goed je methodiek ook is – contact en aandacht zijn uiteindelijk de belangrijkste succesfactoren. Anne Heinsbroek, oprichter en directeur stichting VoorleesExpress: “Vrijwilligers die in staat zijn om écht contact te leggen met de ouders en het kind maken in de praktijk het verschil. We kunnen meer impact hebben als we ons meer zouden verdiepen in de behoeften en talenten van ouders van de kinderen die we willen bereiken. Nu maken veel interventies ouders, ongewild en onbewust, juist onzeker. De nadruk ligt op datgene wat ze níet kunnen en niet op hun kracht.”

Meer lezen over de speerpunten van het landelijke meerjarenprogramma voor de aanpak van laaggeletterdheid? Dat kan hier: https://www.telmeemettaal.nl/nieuws/algemeen/vervolgaanpak-laaggeletterdheid-2020-2024/.

Marjolein, voorleesvrijwilliger uit Amsterdam, las in 2009 voor bij de kinderen van de Egyptische familie Tabbal. “Taal is zo belangrijk. Ouders die mondig zijn en zich goed kunnen uitdrukken, hebben een voordeel op de school van hun kinderen. Helaas trekt moeder Tabbal, die de taal nog niet goed spreekt, dan aan het kortste eind. De oudste zoon kreeg lager schooladvies dan hij aankon, maar  omdat de moeder het niet bespreekbaar kon maken bij de docent stond ze machteloos. Gelukkig is ze heel strijdbaar, ze voelt dat het niet eerlijk is en wil er iets aan doen. Nadat de jongste tweeling naar school ging, heb ik haar meegenomen naar Post Oost, een participatiecentrum om de hoek. Hier is ze een cursus Nederlands gaan volgen.”

Marjolein met haar voorleesgezin en haar eigen kinderen (Credits: Robert van Walsem)